Jantje is verkouden

Jantje is verkouden.
Hij snottert en hij snuit.
Hij voelt zich niet zo lekker,
wil zijn bedje niet meer uit.

Dan begint Jan te hoesten,
en hij krijgt een zere keel.
Mama vindt het wel genoeg zo.
Ze zegt: "Dit is teveel".

Wij gaan naar de dokter toe.
Kom Jantje, kleed je aan.
De dokter zal je beter maken.
We moeten nu echt gaan.

De dokter draagt een witte jas,
om zijn hals een gekke slang.
Die stopt hij in zijn oren.
Jantje wordt een beetje bang.

Wat gaat er nu gebeuren?
Jan weet niet wat hij moet doen.
Maar mama zegt: het komt wel goed
En geeft aan Jan een zoen.

Dan legt de dokter het slangetje
tegen Jantje's borstje aan.
Het doet geen pijn, hij moet zuchten
en dan mag hij weer gaan staan.

De dokter kijkt met een stokje
heel ver in Jantjes mond.
Hij zegt: Zo, zo en ach, ach, ach,
ik zie een balletje, rood en rond.

Dat balletje, dat moet eruit
en weet je hoe dan kan?
Dat doen ze in het ziekenhuis,
dat is spannend, Jan.

In het ziekenhuis krijgt Jantje
een nieuwe pyama aan.
Hij heeft hem zelf gekozen,
één met sterren en een maan.

De dokter geeft Jan een kapje,
hij doet hem om zijn mond.
Hij zegt: ga maar lekker slapen,
morgen ben je weer gezond.

Maar als Jantje wakker wordt,
voelt zijn keeltje niet zo goed.
Daarvoor krijgt hij een ijsje,
die is lekker koud en zoet.

Na het ijsje en veel koude sap
is Jantje best heel moe.
Hij mag zijn kleertjes weer aan
en naar zijn huisje toe.

Mama zegt: je was heel knap,
Het snotteren is voorbij.
En hoesten doe je ook niet meer
en dat maakt Jantje blij.